Eiser zou ook slecht gekomen zijn als hij zou beweren, dat concluante "het wettelijk bewijs" moest leveren van de tenlaste gelegde feiten en dat deze "feiten niet bewezen zouden zijn."

Voorzover nodig wenst concluante toch te stellen dat eiser géén argument kan putten uit het seponeren van het dossier van slagen.

Seponeren staat niet gelijk aan een gerechtelijke beslissing en staat dus ook niet gelijk aan het "niet leveren van het wettelijk bewijs". Alleen de vrijspraak of de buitenvervolgingstelling zijn gerechtelijke beslissingen. (Zie Novelles: Crimes et délits contre les personnes, p. 187, n° 7379.)

Tenslotte -zélfs als men zich op het standpunt zou stellen- dat concluante het "wettelijk bewijs" moet leveren van de tenlastegelegde feiten, moet hier toch gewezen worden op de zeer ongelijke procespositie, waarin eiser zich met zélf opgestelde P.V.'s een "officieel" aandoend bewijs kan verschaffen en concluante uiteraard deze middelen niet heeft.

Fundamenteel is echter dat in werkelijkheid over de "feiten" niet zoveel betwisting kan zijn.

Ook eiser geeft de fouille toe (zelfs in het kruis) van de twee jongemannen, hij geeft de "aanhouding" ("ophouding") toe, hij geeft de fouille toe van Panoussis en dat deze niet zachtzinnig geweest KAN zijn ligt voor de hand, aangezien –niet in het begin, maar wel in de verdere fase van de fouillering- Panoussis met recht en reden in twijfel trok dat hij zich zou moeten ontkleden.

Concluante kan dan ook met recht en reden stellen dat zij -toen zij deze feiten in de pers bracht en klacht neerlegde- niet hoefde te twijfelen aan de feiten, zoals zij deze zélf ervaren had.


I.2. Burgerrechtelijk

Eiser faalt volledig in zijn bewijsvoering van het drieluik schade-fout-oorzakelijk verband.


1.2.1.
De door eiser beweerd opgelopen "schade" wordt steeds ondoorzichtiger.

Nergens wordt gespecificeerd welke schade eiser precies heeft opgelopen in welke fase: tijdens de controle (smaad) , na de controle, publicaties voor dagvaarding, publicaties na dagvaarding enz.

Over de uitgestelde bevordering werd sinds de eerste besluiten van concluante niets meer vernomen…


1.2.2.
De fout.


1.2.2.1.
Meer bepaald wat betreft de uitbreiding van eis tot een eis van preventieve censuur.

Voorzover deze uitbreiding toelaatbaar zou zijn -quod non- merkt concluante het volgende op:


Vorige
Boven
Volgende