Concluante verzet zich met klem tegen volgende de insinuatie op pagina 11 van de tweede conclusie van eiser: "Anderzijds had eiser wel gegronde reden om te vrezen dat verweerster opnieuw (onderstreping van concluante)de persoonlijke gegevens van concluant openbaar zou maken..."

"Opnieuw"? Kan eiser ook maar één enkel geval aangeven waarin concluante zijn persoonlijke gegevens openbaar heeft gemaakt? Dat kan eiser niet: om de simpele reden dat zij het nooit gedaan heeft. Eiser heeft nergens kunnen bewijzen dat concluante in de veertien maanden na de affaire überhaupt zijn naam heeft genoemd, en insinueert er nu lustig op los als zou zij veertien maanden na dato zonder meer zijn adres publiceren indien zij daarover zou beschikken. Als eiser A niet bewijzen kan moet hij al helemaal niet met B aankomen. Wie is nu wie aan het belasteren?


In ondergeschikte orde: ten gronde

I.
Algemeen: Principes van de bewijsvoering inzake fout.

Het is niet duidelijk welk systeem eiser wenst te volgen, maar noch strafrechterlijk, noch burgerrechtelijk is het bewijs van een fout geleverd.

I.1 Strafrechterlijk
Concluante herinnert eraan dat er geen strafzaak tegen haar aanhangig is gemaakt, noch wat betreft smaad, noch wat betreft laster of lasterlijke aangifte.

Zelfs als dat het geval zou zijn geweest, staat het vast dat de aantijgingen niet bewezen (konden) worden.

Het aan alle tenlasteleggingen gemeenschappelijk te bewijzen element van de animus injuriandi – element dat nooit vermoed kan worden, doch positief moet bewezen worden- is niet aangetoond. Integendeel concluante heeft de alarmbel geluid i.v.m. een politioneel optreden, als uiting van een dieperliggend probleem en niet "om eiser -wiens naam zij nooit in het openbaar heeft genoemd- persoonlijk te belasteren etc.."

Wat meer specifiek de smaad betreft wijst concluante er bijkomend op, dat deze gericht moet zijn tegen de openbare gezagsdragers "die handelen in het kader van hun functie".
Concluante maakte zich zorgen omtrent het selectief uitpikken van twee Noordafrikanen en het in haar ogen uitvoerig "tasten in het kruis". Men kan stellen dat concluante zich inderdaad afvroeg "of dit wel in het kader was van hun functie".

I.v.m. het woord cryptohomoseksueel is het enige wat concluante opmerkte "dat het prettig moet zijn om bij de gendarme te werken". Dat eiser zichzelf die opmerking persoonlijk aanrekent is voor eigen conto; concluante heeft nooit gezegd dat hijzelf homoseksueel is.
In wat voor een tijd (en wat voor een beroepscultuur) leeft eiser overigens dat hij de beschrijving "homoseksueel" als een belediging beschouwt?

Wat meer specifiek de "lasterlijke aangifte betreft" wijst concluante op het feit dat -om strafbaar te zijn- deze in gang dient gezet te worden door de beklaagde -- terwijl in casu het Comité P. zélf zegt "ambtshalve" een onderzoek te zijn begonnen.


Vorige
Boven
Volgende