De argumentatie van verweerder in dit verband kan dus niet weerhouden worden.

Evenmin kan de stelling worden aanvaard dat vooraleer toepassing kan worden gemaakt van artikel 5.3. EEX de rechtbank zou moeten nagaan of er daadwerkelijk een onrechtmatige daad is gepleegd. De Belgische rechter die oordeelt of hij bevoegd is in het kader van een geschil met internationale aspecten, dient het geschil te onderzoeken volgens zijn eigen interne regels. Welnu volgens het Belgische recht wordt de materiële bevoegdheid bepaald 'naar het onderwerp van de vordering zoals dit door eiser naar voor wordt gedragen'(Cass. 21 oktober 1996, J.T.T., 1997, 58, Soc.Kron., 1997, 65, J.T., 1997, 409, R.W., 1997-98, 654, Arr.Cass., 196,946; Cass. 11 mei 1990, Bull., 1990, 1045, Arr.Cass., 1989-90, 1169, Pas., 1990, I, 1045; Cass. 19 december 1985, T.B.H., 1986, 197, noot, J.T., 1986, 281, concl. KRINGS, E., R.W., 1986-87, 279, Arr.Cass., 1985-86, 589, Pas., 1985, I, 511; Cass. 8 september 1978, Arr.Cass., 1978-79, 26, Pas., 1979, I, 29, R.W., 1978-79, 960).


Aangaande de betekenis van het begrip "plaats waar het schadeverwekkende feit zich heeft voorgedaan, verwijst concluant naar zijn eerste conclusies.

Tenslotte wijst concluant erop dat het vraagstuk betreffende het exequatur een afzonderlijk vraagstuk is dat losstaat van het vraagstuk betreffende de bevoegdheid, zodat de argumentatie van verweerder desaangaande irrelevant is.


3.1.2.2.  Bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg

Concluant verwijst naar zijn eerste conclusie en neemt akte van het feit dat verweerder zijn argumentatie betreffende het Hof van Assisen laat vallen.


3.1.3.  NIETIGHEID VAN DE DAGVAARDING


De nietigheid van artikel 702 Ger.W. en 43 Ger.W. is slechts relatief (artikel 860 e.v. Ger.W.): de rechter kan de nietigheid niet uitspreken indien uit de gedingstukken blijkt dat de met nietigheid gesanctioneerde vorm zijn doel heeft bereikt en/of er geen belangenschade is.


Vorige
Boven
Volgende