Dat deze feiten een onrechtmatige daad uitmaken wegens schending van o.m. artikel 1382-1383 en zelfs strafrechterlijke inbreuken zijn op o.m. de artikelen 275 ..... .S. W. ;"
De vordering van concluant, in de mate dat ze gebaseerd is op de uitlatingen van verweerster op de trein, is dus wel degelijk ontvankelijk. Het is hierbij irrelevant of naar aanleiding van dit feit een proces-verbaal lastens verweerster werd opgesteld, vermits concluant niet de strafrechterlijke veroordeling van verweerster nastreeft, dan wel een burgerlijke vordering instelt op basis van artikel 1382-1383 B.W..

Concluant kan trouwens zelf niet beslissen over een al dan niet strafrechterlijke vervolging van verweerster; deze beoordeling ligt in handen van het parket.


3.1.2.2. Bevoegdheid van de Rechtbank van Eerste Aanleg

Concluant verwijst op dit punt integraal naar zijn eerste conclusies.


3.1.3. NIETIGHEID VAN DE DAGVAARDING

Verweerster kan niet volhouden dat enig nadeel heeft ondervonden doordat de woonplaats van concluant niet in de dagvaarding is vermeld. De hypothetische veronderstelling dat concluant de veroordeling tot betaling van de gerechtskosten niet zou naleven, maakt geen schending uit van het recht van verdediging, dat per essentie ter gelegenheid van de redactie van conclusies en de debatten ter zitting wordt uitgeoefend. Een eventuele dagvaarding of verzoekschrift tot beroep kan zij perfect betekenen aan de gekozen woonplaats van concluant, ten kantore van diens raadsman.

De vormvoorwaarden van artikel 43 en 702 Ger.W. zijn bedoeld om de partijen te kunnen identificeren (Voorz. Eerste Aanleg Brussel 26 juni 1998, P & B, 1999, 14). Zowel uit het verweer als de feitelijke gedragingen van verweerster na ontvangst van de dagvaarding blijkt wel degelijk


Vorige
Boven
Volgende