De reden van de controle was ten eerste niet uitsluitend gebaseerd op de beledigende uitlating van verweerster en haar vriend, maar tevens op hun uitlatingen betreffende het door henzelf voorgehouden druggebruik. De omstandigheid dat PANOUSSIS een incident trachtte uit te lokken, nadat hij reeds was opgehouden voor controle, maakte hem zeker net minder verdacht. Hij werd trouwens wel degelijk tijdens de controle wel degelijk gevraagd naar zijn betrokkenheid bij de marihuana die voor zijn voeten viel, dewelke hij, - zoals blijkt uit het proces-verbaal van vaststelling - ontkende (stuk 1).

Dat er wel degelijk een wettelijke basis was voor de ophouding werd reeds omstandig uiteengezet in eerste conclusies, en hetgeen tevens wordt bevestigd door majoor SOMERS ter gelegenheid van diens interview op Radio 1:

"... Ik geef toe dat het een juridische kwestie is. Men kan dus spreken over ophouding. De Wet op het Politieambt voorziet dat wij in een aantal omstandigheden mensen kunnen ophouden om ze te onderwerpen aan een fouille. Dat is hier dusdanig het geval." (stuk 10).
Zelfs al zou de enige reden van de controle bestaan in de omstandigheid dat verweerster en haar vriend zich ter gelegenheid van de controle schuldig hebben gemaakt aan smaad en weerspannigheid, zou voldoende zijn voor hun ophouding. Anderzijds vindt de fouille haar basis in o.m. de uitlatingen van PANOUSSIS over zijn druggebruik (zie hierover eerste conclusies p. 21 en 22).


2. VORDERING

Concluant verwijst hierbij naar zijn eerste conclusie.

De eisuitbreiding is trouwens volledig rechtmatig geschiedt, nu ze steunt op artikel 807 Ger.W.:

"Overwegende dat krachtens artikel 807 van het Gerechtelijk Wetboek een vordering die voor de rechter aanhangig is, uitgebreid of gewijzigd kan worden, indien de nieuwe, op tegenspraak genomen conclusies berusten op


Vorige
Boven
Volgende