Eiser beweert verder dat de aangifte "kwaadwillig is" en dat er al van "kwaadwilligheid" sprake is, als het "wettelijk bewijs niet is geleverd".

Alle rechtspraak die eiser in dat verband aanhaalt is rechtspraak in strafzaken, waar veroordelingen wegens laster uitgesproken zijn, nadat de burgerlijke partij en/of benadeelde door een strafrechter buiten vervolging gesteld of vrijgesproken zijn van de telasteleggingen.

Eiser heeft (om evidente redenen hierboven uteengezet onder "Assesenhof) tegen concluante geen strafzaak ingespannen. Hij kan dan ook deze rechstpraak niet gebruiken.


Laster, eerroof, belediging

Uit gans de opstelling van concluante blijkt dat zij het geenszins op eiser gemunt had als persoon. Bij haar verhoor door de Dienst Enquêtes van het Comité P. verklaarde zij dat het "ook thans mijn uitdrukkelijke wens is .. er geen strafzaak van te maken." In haar brief van 03.09.1998 stelt zij uitdrukkelijk dat zij "met enige aarzeling de echte naam van Klotenknijper geeft" en: "KK is het probleem niet."


Schade

Onder de rubriek "De schade" kan eiser in zijn conclusie (p. 28) niet anders dan erkennen dat concluante in de gesproken en geschreven pers nergens de naam van eiser heeft genoemd.

Eiser brengt nu verklaringen voor van collega's (ondergeschikten) waaruit blijkt dat hij het voorwerp was van spot binnen zijn beroepsmilieu, maar "hoe de"identificatie van eiser als klotenknijper precies geschiedde is eiser niet bekend" (sic).

Zeer onthullend daarbij is echter dat één van die ondergeschikten (Jean Pierre Philip, stuk 55 van bundel van eiser) stelt dat al op maandag 31 augustus "harde grappen" werden gemaakt over het voorval en eiser nog voor de publicatie van het stuk van concluante voor "onzen onderdrukt homo" werd utgemaakt.

Het stuk van concluante werd pas op 03 september gepubliceerd en kan dus nooit de aanleiding zijn geweest voor deze grappen.

Een andere ondergeschikte (stuk 54 bundel eiser) vermeldt dat de collega's die ook aanwezig waren in het station de dag van de feiten, die dag reeds verteld hadden dat eiser zich had laten uitmaken.. door een Nederlandse journaliste.

Dit alles is het zuiverste bewijs dat de beweerde schade van eiser géén verband houdt met de publicaties van concluante.

Opmerkelijk is ook dat eiser –hoewel hierop uitdrukkelijk gewezen- geen enkele poging doet om bewijs te leveren i.v.m. (uitgestelde) bevordering.


SAMENVATTEND OVER HET CAUSAAL VERBAND

In tegenstelling tot het causaal verband dat eiser vruchteloos tracht te bewijzen is er een ander causaal verband.


Vorige
Boven
Volgende