Gelet op de vele internetconsultaties (stuk 23, 24, 32) en het debat waartoe de site aanleiding heeft gegeven op o.m. de internet-nieuwsgroepen "be.burgerrechten" en "be.politics" (stuk 52), waarop verweerder zijn reactie versus concluant naar aanleiding van de dagvaarding publiceerde (stuk 58).

Dat hierbij opnieuw de persoon van concluant, zowel als zijn professionele reputatie in het gedrang kwam, nadat zulks reeds eerder het geval was naar aanleiding van de feiten in 1998, hoeft uiteraard geen betoog, te meer daar zijn naam zonder blikken of blozen bekend wordt gemaakt.

Het bestaan van de website werd aan concluant trouwens gesignaleerd door collega's.

Nadat de eerste vlaag van roddels en grapjes over zijn persoon was geluwd, was de opening van de website andermaal aanleiding tot hilariteit en minachtende opmerkingen (stukken 53 en 57).


3.1.1.3.    Het oorzakelijk verband

Vermits de schade, zoals deze zich in concreto heeft voorgedaan, niet zou zijn ontstaan zonder de fouten van verweerder, is het oorzakelijk verband aanwezig.


3.2.3.    DE RECHTMATIGHEID VAN HET BEWIJS

De insinuatie dat concluant bepaalde stukken zou hebben "meegenomen van zijn werk", daarbij misbruik makend van zijn positie, is totaal uit de lucht gegrepen en manifest onjuist.

De aangehaalde stukken maken allen deel uit van het integrale strafdossier (stuk 1), dat na toestemming van het parket op 29/3/1999 (stuk 50bis) op regelmatige wijze en tegen betaling van een kopierecht werd besteld (stuk 50 bis en stuk 1). Het is aan de rechter om de relevantie en de bewijskracht van de stukken te beoordelen en niet aan verweerder.

Kenschetsend is wel dat verweerder aan concluant verwijt stukken te gebruiken "die normaal geheim moeten zijn", terwijl hij anderzijds zichzelf het recht toeeigent om bepaalde van deze stukken publiek te maken, evenals misbruik te maken van de procedurestukken!


Vorige
Boven
Volgende