"and I have no intention whatsoever to take it down or remove any part of it. On the contrary, I will as soon as possible add your latest letter to it, together with this reply… I will give no furtherance to a lawsuit in Belgium…" (stuk 45).

" De realiteit die eiser onder ogen dient te zien: de betreffende pagina's zullen nimmer verwijderd worden ongeacht het aantal rechtszaken dat hij wint of verliest" (pagina 8, conclusie verweerder).

Het gegeven dat hij aan concluant de gelegenheid biedt zijn versie van de feiten weer te geven op het internet en hiertoe de nodige ruimte ter beschikking stelt, is niet van aard om het lasterlijk karakter van zijn publicaties te rechtvaardigen en doet allerminst afbreuk aan de voor concluant reeds ontstane schade.

In het licht van zijn discretieverplichting en zijn beroepsgeheim kan concluant hierop overigens niet ingaan. Hij wil zich ook niet verlagen tot het niveau van verweerder door dergelijke discussie in het openbaar uit te vechten. Verweerder is ook slecht gekomen, thans te schermen met de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid.

Uiteraard betwist concluant niet het bestaan en het belang van beide grondrechten in een democratische samenleving.

Echter, zoals geldt voor alle grondwettelijke vrijheden, zijn beide vrijheden geenszins onbegrensd. O.m. werden door het invoeren van de persvrijheid en de vrije meningsuiting geen beperkingen opgelegd aan het beginsel van de onrechtmatige daad, zoals vastgesteld in artikel 1382 e.v. B.W. (Cass. 9 februari 1952, Arr.Cass., 1953, 195; Cass. 8 december 1951, Arr.Cass., 1953, 195; Brussel 5 februari 1990, R.W., 1989-90, 1464, Pas., 1990, II, 154). De grondwettelijke vrijheden kunnen worden onderworpen aan beperkingen of sancties in het licht van het voorkomen van o.m. strafbare feiten en de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen (artikel 10 lid 2 E.V.R.M.).

In casu is duidelijk dat de goede naam en de reputatie van concluant door de uitlatingen van verweerder ernstig in het gedrang kwamen doordat hij openlijk en publiekelijk op een beledigende wijze werd bekritiseerd.

Het feit dat concluant een ambtenaar is, geeft verweerder geen vrijbrief voor het publiekelijk formuleren van ronduit beledigende kritiek en lasterlijke aantijgingen:


Vorige
Boven
Volgende