"(…) en kan hij voortgaan de dienst te beschamen, beschermd door het zwijgen van zijn collega's (…)

Dit schaamteloze onderkruipsel, die zichzelf en de politiemacht die hij geacht wordt te dienen, te schande heeft gemaakt, eist een schadevergoeding van degene die zijn wangedrag publiek maakte" (stuk 46, zie ook stuk 17).

Ook de ronduit onbeschofte en denigrerende brief van verweerder aan de raadsman van concluant is op een gerelateerde pagina gepubliceerd:

"Your client, who is indeed a shameless creep and deserves no good name at all (…).

..who will not accept your client's attempts to supress the truth about his despicable behaviour".

Ten onrechte eigent verweerder zich in het kader van de vrije meningsuiting zich het recht toe om zonder meer alle processtukken openbaar te maken via het internet, waarbij hij doet uitschijnen dat zijn versie resp. de versie van mevr. SPAINK de enige juiste is en kan zijn (zie stuk 58 "The ephemeral source of the eternal truth" (sic!).

Verweerder heeft inderdaad het recht om in het kader van de nieuwe wet FRANCHIMONT een kopie te ontvangen van het P.V. van zijn verhoor. Dit recht werd echter ingesteld in het kader van het recht van verdediging van zowel de burgerlijke partij als het slachtoffer en de verdachte, maar verschaft geenszins het recht om deze kopie te misbruiken om een eenzijdige visie aan het grote publiek te verkondigen, zeker in het kader van wat verweerder blijkbaar als een persoonlijke afrekening beschouwt. Uit de parlementaire voorbereidingen blijkt dat het afschrift enkel het belang van de verzoeker dient op voorwaarde dat hij het vermoeden van onschuld in acht neemt, alsook de rechten van verdediging van derden, het privé-leven en de waardigheid van de betrokken personen.

Hierbij dient onderstreept dat de P.V.'s van verhoor – in tegenstelling tot wat verweerder voorhoudt - wel degelijk afkomstig zijn uit het strafdossier, dat weliswaar door de "Dienst Enquêtes" van het Comité P werd gevoerd,


Vorige
Boven
Volgende