Met deze kunstgrepen kan echter niet bekomen worden dat het recht van het land van de fictieve localisering kan worden toegepast op basis van het beginsel "Fraus omnia corrumpit" (Cass. 28 juni 1979, J.T., 1979, 625), te meer daar het internetgebeuren zich voornamelijk afspeelt in een virtuele wereld.

Doch zelfs indien de rechtbank het bovenstaande niet zou aanvaarden en van oordeel zou zijn dat het Nederlandse recht moet worden toegepast, rijst de vraag wat de relevantie is van deze discussie omtrent het toepasselijke recht.

Het Nederlandse recht verschilt op het punt van de onrechtmatige daad niet wezenlijk van de Belgische regeling. De tekst van het terzake toepasselijke art. 6.162 van het Nederlandse B.W. luidt als volgt:

"1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de andere dientengevolge lijdt, te vergoeden.

2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen en nalaten in strijd met de wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een wettelijke rechtvaardigingsgrond.

3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.


3.2.2.    DE ONRECHTMATIGE DAAD

3.2.2.1.    De fout

In tegenstelling tot hetgeen verweerder beweert, worden op zijn internetsite niet enkel procedurestukken gepubliceerd, maar wordt als inleidende pagina in drie talen een commentaar gepubliceerd op de persoon van concluant:


Vorige
Boven
Volgende