Verweerder kan niet ontkennen op de hoogte te zijn van het feit dat concluant werkzaam is in de Brigade Antwerpen, te België. Als ambtenaar heeft hij trouwens de wettelijke verplichting om zijn woonplaats in België te houden (stuk 51).

Om evidente reden van vermijding van publiciteit en in het licht van de vrijwaring van zijn eigen veiligheid en privacy, wetende dat verweerder of mevr. SPAINK mogelijkerwijze zouden overgaan tot publicatie van zijn persoonlijke gegevens, maakte concluant zijn werkelijke woonplaats niet bekend, maar opteerde hij voor een woonplaatskeuze op het kantoor van zijn raadsman.

Zijn achterdocht is trouwens niet onterecht gebleken aangezien verweerder na dagvaarding van mevr. SPAINK een hele internetsite heeft gewijd aan het dispuut, waarop in verschillende talen en onder diverse vormen de dagvaarding wordt gepubliceerd, inclusief de naam van concluant, alsook later kopie van de proces-verbalen van verhoor van verweerder en mevr. SPAINK.

Het argument van verweerder dat de rechter voor het bepalen van zijn rechtsmacht, gehouden is na te gaan of er daadwerkelijk een onrechtmatige daad is gepleegd, is onjuist. De rechter die zijn internationale rechtsmacht moet nagaan, dient hierbij toepassing te maken van zijn lex fori. Welnu volgens de rechtspraak van het Hof van Cassatie wordt de bevoegdheid bepaald naar het voorwerp van de eis zoals dit uit de inleidende dagvaarding blijkt (Cass. 8 september 1978, Arr.Cass., 1978-79, 26, Pas., 1979, I, 29, R.W., 1978-79, 960; Cass. 24 september 1979, Arr.Cass., 1979-80, 89, Pas., 1980, I, 104 en J.T.T., 1980, 99; Cass. 4 mei 1981, Arr.Cass., 1980-81, 996, Pas., 1981, I, 1001, R.W., 1982-83, 147, J.T.T., 1982, 53, J.T., 1983, 395, R.D.S., 1981,494).

Evenmin kan verweerder een beroep doen op artikel 636 Ger.W. om de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken af te wijzen. Kwestieus artikel is in casu niet van toepassing, allereerst omdat de bepalingen van het Ger.W. niet van toepassing zijn, maar bovendien omdat deze bepaling slechts kan worden ingeroepen in de gevallen waarin artikel 635 Ger.W. niet van toepassing is, hetgeen in casu wel het geval is, en bovendien verweerder niet bewijst dat Belgen een gelijkaardige exceptie kunnen inroepen voor de Nederlandse rechtbanken, noodzakelijke voorwaarde voor de toepassing van artikel 636 Ger.W..

Derhalve hebben de Belgische rechtbanken, zelfs op grond van de interne regels, rechtsmacht.


Vorige
Boven
Volgende