Eiser heeft nagelaten te specificeren welk materiaal op www.klotenknijper.com lasterlijk is, en waarom. Hij kan zekerlijk geen bezwaar aantekenen tegen élk woord op de site, noch kan ieder woord daar als lasterlijk worden beschouwd. Beperkingen op de vrijheid van meningsuiting mogen nimmer verder strekken dan tot datgene wat absoluut vereist is teneinde belangen als "...de bescherming van de reputatie en rechten van anderen..." te verzekeren (artikel 10 EVRM). In een civiele procedure is het aan de partijen om hun eisen te definiëren en mag de rechtbank de omissies van partijen niet corrigeren door hun vorderingen te herinterpreteren. Aangezien eiser de verwijdering van de hele site eist, benevens een schadevergoeding voor het bestaan ervan, is het díe vordering waarover de rechtbank zich heeft te buigen. Tenzij eisers vorderingen in hun geheel worden toegewezen, dienen ze in hun geheel te worden afgewezen.

Eiser stelt dat ik stukken "van een inmiddels geseponerd strafdossier" op mijn site publiceer. Dat is een aperte leugen. Het enige dossier waaruit ik stukken publiceer is dat ven het Comité P, dat noch een strafdossier is noch geseponeerd.

Eiser beticht mij ervan dat "de adresgegevens van deze internetsite in minstens één Belgisch tijdschrift werden gepubliceerd". Ik ben niet verantwoordelijk voor de publicaties van anderen. Als eiser het oneens is met dergelijke publicaties, dient hij de uitgevers daarvan te dagen, niet mij.

Eiser beroept zich op inbreuk op strafrechterlijke bepalingen, het algemeen zorgvuldigheidsbeginsel en de privacybescherming. Eiser heeft niet gespecificeerd welke inbreuken er zijn gemaakt op strafrechtelijke bepaling, laat staan deze bewezen of zelfs maar gedocumenteerd. Aan het algemeen zorgvuldigheidsbeginsel wordt tegemoet gekomen door de publicatie van eisers eigen dagvaarding, waarin hij immers zijn eigen positie beschrijft. Wat betreft de bescherming van zijn privacy: eiser heeft zijn privacy zelf opgegeven door een openbare dagvaarding uit te brengen. Voorts, gezien eisers gedrag in de affaire die aan deze hele kwestie ten grondslag ligt, overstijgt het publieke belang eisers mogelijke recht op privacybescherming.

Eiser beweert dat hij geen mogelijkheid heeft gehad zijn "versie van de feiten" weer te geven. Dit is apert onwaar. Eiser heeft in deze zaak bewezen toegang tot het WWW te hebben, en heeft daarmee aangegeven over dezelfde mogelijkheden en middelen te beschikken om zijn perspectief en mening aan het publiek mede te delen als die waarover ik beschik. Bovendien heb ik eiser, zodra ik vernam van zijn dagvaarding, persoonlijk én via zijn advocaat aangeboden om zijn versie en mening te publiceren op www.klotenknijper.com; ongecensureerd, onverkort, en ongeacht de lengte. Eiser heeft tot op heden geen gebruik gemaakt van dat aanbod; sterker, hij heeft op geen enkele wijze op dat aanbod gereageerd. Dat wijst erop dat hij meer geďnteresseerd is in het smoren van het debat over zijn handelingen dan in het beschermen van zijn eer en goede naam.

Eiser vordert dat de rechtbank mij opdraagt de gehele site te verwijderen, op straffe van een dwangsom per dag en per Internet-consultatie (vermoedelijk wordt bedoeld per page-view, oftewel aanroeping van de website). Ten eerste is een dwangsom per Internet-consultatie een wel heel makkelijke


Vorige
Boven
Volgende