III. De door eiser voorgelegde stukken

Eiser faalt volledig in zijn bewijsvoering.

De door eiser voorgelegde stukken bewijzen geenszins zijn stelling.

Vooreerst worden stukken uit het onderzoek van het Comité P. vermengd met de door eiser en zijn collega's opgestelde P.V.'s.

Deze P.V.'s zijn een echt rommeltje en wat nog meer te denken geeft is het feit, dat van éénzelfde P.V. verschillende versies worden voorgelegd. Met name P.V. AN 4136111124/98 ten laste van Panoussis wordt in twee versies voorgelegd. De fouillering van één van de Noordafrikaanse jongeren wordt tweemaal op verschillende wijze beschreven.

De P.V.'s zijn ook onvolledig. Zo ontbreekt het verhoor van de twee Noordafrikaanse jongeren waarmee de hele zaak begonnen is.

Zo ontbreekt de "staat van neerlegging op de griffie" van de drugs die in beslag zouden zijn genomen op één van deze jongeren.

Zo ontbreekt ook (toevallig?) het medisch attest m.b.t. Panoussis dat nochtans de stelling van concluante staafde, hoewel er uitdrukkelijk melding van wordt gemaakt in het dossier van het Comité P.

Maar het belangrijkste is wél dat de P.V.'s absoluut moeten geweerd worden als bewjsmateriaal ten gunste van eiser, die immers opsteller is van deze P.V.'s. Aanvaarden dat eiser deze P.V.'s zou kunnen gebruiken om zijn optreden te verrechtvaardigen zou erop neerkomen, dat eiser tegelijk onderzoeker en partij is in dezelfde zaak.

Concluante herinnert er trouwens aan dat in principe –behoudens de hier niet van toepassing zijnde categorie van de "P.V.'s met bijzondere bewijswaarde"- een proces-verbaal slechts als een inlichting geldt, d.w.z. de rechter is er niet door gebonden, hij hecht er de bewijswaarde aan die hij goedvindt. (zie: Rede van advocaat-generaal Holsters : "De bewijswaarde van het proces-verbaal betreffende de vaststelling van misdrijven", R.W. 80-81, kol. 1450 n° 128).

In de contekst van dit geding dienen de "inlichtingen" van het PV die eiser "in zijn voordeel" zou willen gebruiken met meer dan omzichtigheid beoordeeld te worden. Anderzijds zijn de "inlichtingen" die de versie van concluante ondersteunen des te interessanter, omdat ze van eiser zelf komen. Zo is het significatief dat eiser zelf erkent dat hij "vermoedde" dat de twee Noordafrikaanse jongeren "zich schuldig maken aan inbreuken op de drugwetgeving" wegens hun "houding voorkomen en nationaliteit". Eveneens significatief is dat eiser in zijn PV toegeeft dat de arrestatie van concluante en haar vriend en de fouillering van haar vriend werden geïnspireerd door de eerdere kritiek en de uitlatingen van concluante en haar vriend.

Het is elementair dat het onderzoek van het comité P. volledig wordt overgelegd d.w.z. met de verhoren van eiser en zijn collega's waaronder Reinenbergh en Babeliowsky.


Vorige
Boven
Volgende