Zenon Paoussis en mjzelf anderzijds- Panoussis naar een aparte zijkamer werd gebracht. Daar is hij door twee rijkswachters ten overstaan van een derde rijkswachter mishandeld Hij werd in het gezicht en op het lichaam geslagen, op het lichaam getrapt, iemand stond met een voet op zijn borst en iemand met een voet op zijn keel. Een bezoek aan de huisarts donderdagmorgen wees uit dat hij thans een gebroken rib heeft.

Van onze arrestatie werd geen proces-verbaal opgemaakt, noch zijn wij op de hoogte gesteld van de gronden waarop wij werden gearresteerd. Al evenmin is Panoussis meegedeeld waarom hij diende te worden gevisiteerd en opdracht kreeg zich uit te kleden. Pas na zijn mishandeling werd Panoussis meegedeeld dat onze arrestatie gebaseerd zou zijn op "ordeverstoring". Ikzelf heb nooit een grond mogen horen. Opmerkelijk is dat geen van de twee rijkswachters die bij ons arrest waren betrokken ons voor dat arrest heeft gemaand dat wij iets dienden te doen of te laten aangezien ons gedrag de orde zou verstoren, noch is ons verteld dat als wij volharden in wat wij deden, dit in arrest zou uitmonden.

Zelf verkaren wij onze arrestatie dan ook enigszins anders: wij maakten onszelf in de trein getuige van hoe deze twee rijkswachters –die ik in de Morgen aanduidde als "Klotenknijper" en "Korthaar"- twee jonge Noordafrikanen op nogal intimiderende wijze behandelden: met onze aanwezigheid hoopten wij erger te voorkomen. Ook maakten wij een aantal opmerkingen tegen elkaar waarin wij het gedrag van deze twee rijkswachters becommentarieerden en ridiculiseerden. Wij geloven dat zij ons met onze arrestatie wilden straffen voor dergelijk, in hun ogen, hinderlijk gedrag. De reden waarom Panoussis later werd mishandeld is, buiten het bovenstaande, dat hij weigerde zich voor de rijkswacht te ontkleden. Hij deelde de rijkswacht mee dat als zij vonden dat zijn broek en schoenen uit moesten, zij dat zelf maar moesten doen: hij weigerde na een onwettelijke arrestatie daarenboven mee te werken aan een onwettelijke visitatie. Hij heeft niettemin op geen enkel moment verzet geboden.

Onze heenzending was al even opmerkelijk als onze arrestatie. Toen Korthaar, na de mishandeling, eindelijk Panoussis' reistas doorzocht, trof hij daarin een boek met mijn naam en portret erop. Hij liet dat boek aan Klotenknijper zien, beiden spraken kort ,en enkele minuten daarna werd ons verteld dat wij konden vertrekken.

Het is met enige aarzeling dat ik U de echte naam geef van de man die ik in mijn eerdere beschrijving van de affaire consequent "Klotenknijper" heb genoemd. Mijn aarzeling is ingegeven door de volgende punten:

Toen Klotenknijper Panoussis aan diens bovenarm meetrok naar het zijkamertje waar hij gefouilleerd zou worden, bleek uit alles (Klotenknijpers woedende stem, de manier waarop Klotenknijper Panoussis vastpakte, het halve sleuren) dat er klappen zouden gaan vallen. Geen van de aanwezige rijkswachters besteedde er enige aandacht aan. Men maakte onmiskenbaar de indruk dat dit gebruik was. Toen wij tenslotte weg mochten, tartte Klotenknijper ons zelfs om een klacht in te dienen. Wat hij bedoelde was evident: "Ach, het is jullie woord maar tegen het onze. Ik kan doen wat ik wil."

Klotenknijper was niet de enige die geweld gebruikte: hij is slechts de enige van wie wij de naam kenden. Bij de mishandeling waren twee andere rijkswachters aanwezig. Eén van hen –in uniform- deed mee, de ander keek toe.

Panoussis riep op zeker moment vanuit het zijkamertje dat hi j werd geslagen. Geen van de rijkswachters in de arrestantenzaal –in totaal een man of tien- keek op of om. Ik bevond me op zo'n vijftien meter afstand en hoorde zijn geroep en het gestommel. De dienstdoende rijkswachters bevonden zich stuk voor stuk dichterbij dan ik, zij moeten het ook hebben gehoord. Niemand ging poolshoogte nemen.


Vorige
Boven
Volgende