1. DE FEITEN

Concluant wil hierbij het door verweerster uiteengezette feitenrelaas weerspreken als volgt:

1.1.

Verweerster kan niet ontkennen dat zij op het ogenblik van de controle van de twee Noordafrikanen reeds op de hoogte was van het feit dat concluant en zijn collega's leden waren van de Rijkswacht, niettegenstaande zij op dat moment in burgerkledij waren.

Dergelijke bewering druist regelrecht in tegen de stukken, waaronder verweersters verhoor door het Comité P:

"Op zaterdag 29 augustus 1998 bevond ik me samen met mijn vriend Zenon PANOUSSIS op de internationale trein Nederland-België, toen we getuige waren van een controle uitgevoerd door rijkswachters in burgerkledij" (stuk 1, verhoor SPAINK Comité P).

"Ik heb dan tegen Zenon gezegd in de Engelse taal, duidelijk hoorbaar voor de rijkswachters: "afgaande op hoe lang dat kruisonderzoek duurt ga je geloven dat die agent er plezier in schept, het is vast een onderdrukte homoseksueel. Lijkt me fijn werk bij de Rijkswacht, als crypto-homo. Dit was een reactie op de houding van de fouillerende rijkswachter die zonder enige qène uitgebreid in het kruis voelt van één van de twee vreemdelingen" (stuk 1, verhoor SPAINK door Comité P).

maar tevens uit het artikel dat enige dagen later in "De Morgen" verscheen, alsook uit de diverse interviews die verweerster gaf:

"Verderop in de coupé zie ik de man die ons zojuist passeerde, naast een bankje staan waarop twee Noord-Afrikaanse jongens zitten. Hij controleert hun papieren en doorzoekt de jas van een hunner. Ah, de rijkswacht begrijp ik en schud meewarig het hoofd" (stuk 2, relaas verweerster in de Morgen).

"Toen we vlak bij Antwerpen waren, toen zagen we op een gegeven moment dat de Rijkswacht in burger aan het controleren was." (stuk 10, interview radio 1).


Vorige
Boven
Volgende