nodige afstand in acht te nemen, zodat de privacy van de betrokkenen gevrijwaard kon blijven.

Niettegenstaande dit bleven zowel verweerder als zijn vriendin allerlei kritische en beledigende uitlatingen aan het adres van de betrokken rijkswachters uiten:

"Hierop roept PANOUSSIS ons diverse verwijten en beledigingen toe met betrekking tot onze persoon, beroep, taak en uiterlijk. Een aantal van deze beledigingen resumeren wij als:

  • opstellers zijn homo's omdat ze andere mannen fouilleren…
  • België is een 'Dutroux-land' waarvan de politie enkel de arme kleine mensen pest doch de 'groten' niet durft aan te pakken,…
  • opstellers zijn 'uitschot" dat voor niets anders goed is dan het pesten van weerloze mensen,…
  • de migrantenrellen in Lokeren worden uitgelokt door de politiediensten en zijn enkel het gevolg van ons fascistisch optreden." (stuk 1, pagina 36)
Zelfs het feit dat de verbalisanten zowel verweerder als zijn vriendin probeerden tot rede te brengen door de wettelijke grondslag van de controle te verduidelijken, was niet voldoende om de smadende beledigingen te stoppen:

"Tijdens onze uiteenzetting deelt betrokkene ons mee dat hij "geen zaken" heeft met onze – volgens hem foutieve – uitleg en merkt hij opnieuw op dat hij zelf voldoende ervaring heeft met verdovende middelen om te weten dat wij ons met onzinnige zaken bezighouden". (stuk 1, pagina 37).
Ondertussen stelde concluant bij de fouille van EL BATTIOUI vast dat deze meer dan waarschijnlijk in zijn slip een plastic verpakking verborgen hield, waarbij geweten is dat dit een frequent gebruikte verbergingsmethode van drugtoeristen is.

Om de discretie te blijven garanderen en gegeven het feit dat verweerder en zijn vriendin de uitstapruimte niet wilden verlaten, werd de fouille verdergezet


Vorige
Boven
Volgende