(...) Het is precies dit kleinzielige gedrag, de zelfvoldaanheid, het gemak waarmee ze hun bevoegdheden overtreden, zichzelf onaantastbaar achten, de verachting waarmee ze de wet schenden en zich vergrijpen aan deze twee Marokkanen, die de zaak DUTROUX mogelijk maken." (stuk 2).
In haar klacht van diezelfde datum aan het Comité P, geeft verweerster toe:

"Ook maakten wij een aantal opmerkingen tegen elkaar waarin wij het gedrag van deze twee rijkswachters becommentarieerden en ridiculiseerden" (stuk 1, pagina 7).
Wat zij later tijdens haar verhoor door de "'Dienst Enquêtes op 19.10.1998 (stuk 1, pagina 9-25) herhaalde in de volgende bewoordingen:

"Ik heb dan tegen Zenon gezegd in de Engelse taal, duidelijk hoorbaar voor de rijkswachters: "Afgaande op hoelang dat kruisonderzoek duurt ga je geloven dat die agent er plezier in schept, het is vast een onderdrukte homoseksueel. Lijkt me fijn werk bij de gendarmes, als cryptohomo (…).

Mijn vriend PANOUSSIS, maakte opmerkingen in de Engelse taal, in de zin van "dat hier de grote misdaad bestreden werd, dat het duidelijk is waarom ze juist die twee knulletjes eruit visten, die onmiskenbaar zware misdadigers waren". Hij maakte ook een opmerking over het Dutrouxland. Ik vervolgde met de woorden: "Je homoseksualiteit kunnen uitleven en nog held worden ook. Geweldig vak. (…)

Zowel ikzelf, als PANOUSSIS maakten nog wat opmerkingen in verband met naar mijn gevoel de onwettelijkheid van de controle en de fouille, over het feit dat we in een Dutroux1and zijn enz ... (…)" (stuk 1).

Dezelfde erkenning is ook terug te vinden in haar interviews voor radio en televisie:


Vorige
Boven
Volgende