aan de Rechtbank van eerste aanleg kamer 10 B Gerechtsgebouw Britselei 55 Antwerpen
Ruim een maand geleden deelde mijn voormalige advocaat, Mr Edith Flamand, mij mee dat de Belgische staat zich in bovenstaande zaak aan eisers zijde heeft gevoegd en mij een dagvaarding wenste te overhandigen. Enige tijd later ontving ik per gewone post enkele stukken over de kwestie van Mr Jan Dyck van Dyck Advocatenkantoor. Op 23 februari 2000 verzocht ik Mr van Dyck mij volgens de regels der Nederlandse wet te verwittigen. Sindsdien heb ik niets meer van hem vernomen. Ik verzoek de rechtbank mij te informeren over de status van deze parallelle zaak, in het bijzonder over de vraag óf, en zo ja, wanneer het verzoekschrift bij de rechtbank is ingeleverd, en indien de zaak aanhangig is gemaakt, of de rechtbank enige beslissing heeft genomen met betrekking tot overleg en de procedure in zijn geheel. Amsterdam, 2000-03-15 [handtekening] Zenon Panoussis
|