In het artikel in "De Morgen", "Te gast in Vlaanderen" waarin zij concluant aanduidt als "klotenknijper", wordt onderaan immers vermeld dat de echte naam van concluant bij haar kan worden gevraagd.

Zowel de houding van verweerster en haar vriend PANOUSSIS als de verschillende publicaties van verweerster, staafden concluant in zijn overtuiging dat de veiligheid van zowel hemzelf als zijn familieleden de vermelding van zijn effectieve verblijfplaats niet toelieten. De gegrondheid van de vrees van concluant werd bovendien bewaarheid door de publicaties van verweerster en PANOUSSIS op het internet (supra).

Het verzuim de effectieve woonplaats van eiser te vermelden, kan echter niet tot nietigheid leiden wanneer uit de gedingstukken blijkt dat hetzij de handeling niet het doel heeft bereikt dat de wet ermee beoogt, hetzij dat de niet-vermelde vorm in werkelijkheid in acht is genomen (art. 867 Ger.W.).

De vermelding van de naam, hoedanigheid en woonplaats van de eiser is bedoeld om de verwerende partij toe te laten de eiser te identificeren. Zowel uit de stukken van het dossier, als uit de conclusies van verweerster, blijkt duidelijk dat zij wel degelijk concluant heeft kunnen identificeren, zodat de nietigheid niet kan worden uitgesproken.

Bovendien is de nietigheid, zoals bedoel in artikel 702 Ger.W., slechts relatief en kan ze enkel worden uitgesproken door de rechtbank indien die onregelmatigheid de belangen schaadt van de partij die ze als exceptie opwerpt.

De beweerde belangenschade van verweerster is echter fictief: indien zij tot betekening zou willen overgaan van de akten, kan zulks perfect op de gekozen woonplaats van concluant en bovendien als er al tot gedwongen uitvoering van een beslissing moet worden overgegaan, kan verweerster perfect aan haar gerechtsdeurwaarder, die toegang heeft tot het Rijksregister, de nodige gegevens opvragen.

De redenering omtrent de tegeneis is trouwens puur hypothetisch aangezien verweerster geen tegeneis instelt.


Vorige
Boven
Volgende